Verdrag

Europees Verdrag inzake de gelijkstelling van tijdvakken van universitaire studie

PartijenPartijen met een link hebben een voorbehoud.

Partij Ondertekening RatificatieO=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie R=Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving T=Toetreding VG=Voortgezette gebondenheid NB=Niet bekend In werking Opzegging Buiten werking
België 15-12-1956 05-06-1972 (R) 05-06-1972
Bosnië en Herzegovina 29-12-1994 (VG) 06-03-1992
Cyprus 18-09-1970
Denemarken 15-12-1956 23-06-1958 (R) 23-06-1958
Duitsland 15-12-1956 08-12-1964 (R) 08-12-1964
Estland 14-05-1993
Finland 16-09-1991 16-09-1991 (R) 16-09-1991
Frankrijk 15-12-1956 19-02-1958 (R) 19-02-1958
Griekenland 16-09-1960
Hongarije 03-02-1992
Ierland 15-12-1956 20-02-1957 (R) 18-09-1957
IJsland 15-12-1956 05-04-1963 (R) 05-04-1963
Italië 15-12-1956 29-03-1958 (R) 29-03-1958
Joegoslavië (< 25-06-1991) 15-09-1977 (T) 15-09-1977
Kroatië 27-01-1993 (VG) 08-10-1991
Liechtenstein 22-05-1991 22-05-1991 (R) 22-05-1991
Luxemburg 15-12-1956 23-01-1968 (R) 23-01-1968
Malta 22-09-1967 07-05-1968 (R) 07-05-1968
Nederlanden, het Koninkrijk der 15-12-1956 10-12-1959 (R) 10-12-1959
Noord-Macedonië 30-03-1994 (VG) 17-09-1991
Noorwegen 15-12-1956 14-03-1957 (R) 18-09-1957
Oostenrijk 26-07-1957 02-10-1957 (R) 02-10-1957
Polen 11-07-1994 10-10-1994 (R) 10-10-1994
Portugal 27-04-1978 08-09-1982 (R) 08-09-1982
Roemenië 02-10-1995 19-05-1998 (R) 19-05-1998
Russische Federatie 07-11-1996 17-09-1999 (R) 17-09-1999
Slovenië 02-07-1992 (VG) 25-06-1991
Slowakije 01-01-1993 (VG) 01-01-1993
Spanje 25-04-1975 (T) 25-04-1975
Tsjechië 01-01-1993 (VG) 01-01-1993
Tsjechoslowakije (<01-01-1993) 26-03-1991 26-03-1991 (R) 26-03-1991
Turkije 25-09-1957 18-02-1960 (R) 18-02-1960
Verenigd Koninkrijk 15-12-1956 18-09-1957 (R) 18-09-1957
Zweden 15-12-1956 21-06-1967 (R) 21-06-1967
Zwitserland 25-04-1991 25-04-1991 (R) 25-04-1991

Uitbreiding

Verenigd Koninkrijk

Uitgebreid tot In werking Buiten werking
Man 05-01-1996

Partijen met voorbehouden, verklaringen en bezwaren

Partij Voorbehoud / verklaring Bezwaren
België Ja Nee
Griekenland Ja Nee
Verenigd Koninkrijk Ja Nee
Zwitserland Ja Nee

België

06-12-1956

The Belgian representative said that his Government would sign the Convention subject to the provisions of the law of 2 July 1956, prescribing that the equivalence to be granted for periods of study spent abroad should be determined by commissions. It would, nevertheless, recommend these commissions to comply with the terms of the Convention as fully as possible.


05-06-1972

When depositing the instrument of ratification, the Permanent Representative declared on behalf of his Government that these Conventions and this Protocol [Note by the Secretariat: ETS Nos 21, 32 and 49] are ratified subject to the effective application of reciprocity by each of the member States in respect of Belgian diplomas, certificates and periods of study.

Griekenland

07-07-1994

The Government of the Hellenic Republic declares that the accession of the Former Yugoslav Republic of Macedonia to the Conventions of the Council of Europe to which the Hellenic Republic is a Contracting Party does not imply the recognition of the Former Yugoslav Republic of Macedonia by the Hellenic Republic.

Verenigd Koninkrijk

18-09-1957

On depositing this day on behalf of the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland the instrument of ratification of the European Convention on the Equivalence of Periods of University Study which was signed at Paris on 15 December 1956, I am directed by Her Majesty's Principal Secretary of State for Foreign Affairs to inform you that, while the said instrument is in respect of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland only, the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland interpret paragraph 5 of Article 9 as permitting them to extend the application of the said Convention at any time hereafter to any territory for whose international relations they are responsible.

Zwitserland

25-04-1991

Although the Convention does not contain a specific provision for denunciation, the Swiss Federal Council considers it may be denounced, by virtue of Article 56 of the Vienna Convention on the Law of Treaties of 23 May 1969.
The Swiss Federal Council declares that the competence of cantons in the field of education, as established by the Federal Constitution, as well as the autonomy of universities are reserved for the implementation of the Convention.

Naar boven